Roma's derde Scudetto

18 jaar is een lange tijd en voor een club als Roma is zo lang wachten op een Scudetto te veel, vooral als Lazio in die periode kampioen werd. Die 18 jaar waren niet makkelijk en ook geen gestage groeicurve, maar eerder gecompliceerde jaren vol veranderingen, die uiteindelijk leidden tot de langverwachte derde Scudetto voor de club.

Roma-vlag

Roma's laatste Scudetto vóór 2001

Roma's laatste Scudetto werd gewonnen in 1983, met een team dat onder andere bestond uit Roberto Pruzzo (de topscorer van dat seizoen), Giuseppe Giannini (legendarische aanvoerder en nummer 10, tevens het idool van Totti), Bruno Conti en Paulo Falcão. Ook de Zweedse coach Nils Liedholm maakte deel uit van het team, tijdens zijn tweede periode bij de club (hij zou in totaal vier periodes bij Roma doorbrengen), evenals Dino Viola, de toenmalige eigenaar van Roma. Samen vormden zij een team dat niet alleen de Scudetto won, maar ook de finale van de Europacup in 1984 bereikte, waar ze na een 1-1 gelijkspel in de reguliere speeltijd uiteindelijk na strafschoppen verloren van het Liverpool van Rush en Dalglish. Die finale werd overigens gespeeld in het eigen Stadio Olimpico, al hielp dat Roma niet om de winst binnen te halen.

De periode na het succes

Na vele pensioneringen en transfers naar andere teams was in 1992 alleen Giannini nog over van dat grote Roma-team. In datzelfde jaar overleed Dino Viola, wat het begin markeerde van een moeilijke periode voor Roma. Niet alleen omdat de club zelf weinig successen boekte, maar ook omdat stadsrivaal Lazio iets speciaals begon op te bouwen. Francesco Sensi nam in 1993 het stokje over van Viola, wat samenviel met het debuut van een veelbelovend talent uit de jeugdopleiding van Roma: Francesco Totti.

In zijn eerste jaren in het eerste elftal liet Totti zijn enorme talent zien, maar hij kon zich niet direct vestigen als basisspeler, omdat zijn idool Giannini zijn plek bezette. In 1995 zorgde een blessure van de aanvoerder ervoor dat Totti een basisplaats kreeg, iets waar de Roma-fans al langer om riepen. De jonge speler greep zijn kans en begon zijn stempel te drukken op de club, wat hij de rest van zijn carrière zou blijven doen. In 1997, na verschillende trainerswissels en meerdere opeenvolgende nederlagen tegen Lazio, besloot Roma Zdeněk Zeman aan te stellen als coach. De Tsjech had zes maanden eerder nog Lazio geleid en stond bekend om zijn superoffensieve 4-3-3-opstelling.

Francesco Totti met een opgeheven vuist
Francesco Totti
Zemans speelstijl was perfect voor Totti, die werd ondersteund door enkele van de nieuwe aanwinsten van de coach, zoals Cafu, Paulo Sérgio en Eusebio Di Francesco. Hoewel het team beter presteerde dan in voorgaande seizoenen, wist Roma onder Zeman in twee jaar tijd niet hoger te eindigen dan de vierde plaats. Daarbij moet worden opgemerkt dat dit de periode in de Serie A was waarin onder andere Zinedine Zidane en Alessandro Del Piero's Juventus, Ronaldo's Inter, Batistuta's Fiorentina en Pavel Nedved's Lazio op hetzelfde moment actief waren.

Coach Fabio Capello
Fabio Capello was de coach die Roma hun derde Scudetto bezorgde

Het seizoen 2000-01

Sensi nam de beslissing om Zeman te ontslaan en een coach aan te stellen met een aanzienlijk andere stijl dan de Tsjech: Fabio Capello. De Italiaan had echter een indrukwekkend cv als trainer, nadat hij alles had gewonnen met AC Milan en in één seizoen in Spanje La Liga had veroverd met Real Madrid. Capello's eerste aanwinst was Vincenzo Montella van Sampdoria, hoewel die transfer eigenlijk al was afgerond tijdens het tijdperk van Zeman en Capello nooit echt een goede relatie met hem had. Marcos Assunção, Hidetoshi Nakata, Francesco Antonioli en Cristiano Zanetti kwamen ook bij het team.

Capello's eerste seizoen bij Roma was niet bepaald een succes. Ze eindigden slechts als zesde, slechter dan Zeman had gepresteerd, en bovendien won Lazio na 74 jaar opnieuw de Scudetto. Dit was zeer onpopulair bij de Roma-fans, en de Italiaanse coach stond zelfs op het punt ontslagen te worden. Sensi besloot hem echter nog een kans te geven en dit keer probeerde Capello een 3-4-1-2-formatie te consolideren. Hiervoor haalde hij Emerson, Walter Samuel en Jonathan Zebina binnen, terwijl Abel Balbo terugkeerde. Maar er ontbrak nog één cruciale speler: Gabriel Batistuta.

Capello wilde de Argentijnse spits, maar Sensi was niet bereid om na de eerdere aankopen nog meer geld uit te geven. De coach zette daarom een strategie op waarbij hij via de media geruchten verspreidde dat Roma dicht bij de komst van Batistuta was. Dit werd een hot topic in de Italiaanse voetbalwereld en een populaire wens onder de Roma-supporters. De druk werd zo groot dat Sensi uiteindelijk 36 miljoen euro betaalde voor de spits, waardoor Batistuta de duurste speler ooit werd die ouder was dan 30 jaar.

Uiteindelijk bestond de basiself uit Antonioli in het doel, Samuel, Zebina en Zago in het centrum van de verdediging, Cafu en Candela als wingbacks, Tommasi en Zanetti als centrale middenvelders, Totti achter de spitsen en Delvecchio samen met Batistuta in de aanval.

In het seizoen 2000-01 lag Roma's volledige focus op de Serie A, waardoor hun prestaties in andere competities minder indrukwekkend waren. Ze begonnen het seizoen sterk en stonden vrijwel het hele jaar bovenaan, met Juventus en Lazio als voornaamste concurrenten.

Tussen eind april en begin mei speelde Roma twee cruciale wedstrijden tegen Lazio en Juventus, die bepalend waren voor hun Scudetto-aspiraties. Beide wedstrijden eindigden in een 2-2 gelijkspel: Roma verspeelde een 2-0 voorsprong tegen Lazio, terwijl Montella in de 91e minuut scoorde om tegen Juventus nog een punt te redden. Op 17 juni 2001, in het Stadio Olimpico, ontving Roma Parma en won met 3-1 dankzij doelpunten van Totti, Montella en Batistuta, waarmee de viering van hun derde en tot op heden laatste Scudetto kon beginnen.